EMS-training? Wat gebeurt ...
De EMS-Training – Spieren en prikkels bij EMS
Daarmee zich een spier überhaupt beweegt of geactiveerd wordt, zijn bepaalde prikkels noodzakelijk. Vanuit het centrale zenuwstelsel, bijgestuurd door de banen van ruggenmerg en zenuwvezels, worden deze prikkels naar de bepaalde spier geleid.
Deze van het lichaam gestuurde prikkels zijn eigenlijk dezelfde als de prikkels/spanningen die van de EMS uitgaan, dus quasi natuurlijke stroomstoten binnen het lichaam. En op precies dit principe bouwt de EMS-training op: tijdens een oefening in de EMS-studio, die tot een contractie van de spieren leidt, worden met behulp van de electroden, dus van buiten, additioneel elektronische prikkels gebruikt. Zou het dan niet eigenlijk voldoende zijn zich zonder EMS te bewegen? Ja! Maar de EMS-training vergroot de prikkels aan de spieren en optimaliseert door de frequentie de musculaire contractie. Op deze manier worden de spiervezels nog intensiever in beslag genomen.
Verschil tussen de spiervezels in het lichaam
Het lichaam heeft twee vormen spiervezels. Aan de ene kant de spiervezels van het type 1, ook “slow-twitch-vezels” genoemd, en aan de andere kant spiervezels van het type 2, “fast-twitch-vezels” genoemd. Dus worden de donkere, traag contracterende spiervezels als S-vezels, en de lichte, snel contracterende spiervezels, als F-vezels gekenmerkt. Verschillen tussen de twee vezelvormen bestaan onder andere ook in de contractie: de traag trekkende S-vezels beginnen bij circa 15 tot 20 Hz snel te contracteren, terwijl de F-vezels, dus de fast-twitch-vezels, hun actiepotentiaal tussen 60 en 100 Hz bereiken. De fabrikanten gaan met hun EMS-apparaten met een hartfrequentie van circa 95 in de EMS-training. Wie denkt dat met gewoonlijk fietsen F-vezels worden bereikt, is fout. Zelfs tijdens cyclische bewegingen met hoge herhalingsfrequenties, zoals fietsen met een hoge trapfrequentie, worden op lange termijn alleen maar type-1 vezels in beslag genomen. Samengevat betekent dat, dat de EMS-training het gebruik van type-2 vezels kan bevorderen, maar niet altijd hoeft!
Musculaire disbalansen in de EMS-training
Het EMS-systeem heeft een tweede voordeel met betrekking tot de contractie van de spieren, omdat er bij de gewone training een onevenwichtigheid bestaat tussen functioneel tegenoverliggende spiergroepen, de zogenoemde disbalansen, die een impact op je hele lichaam hebben. Bij de EMS-training worden de musculaire disbalansen echter door de elektrische prikkels in het hele lichaam gecompenseerd. Met behulp van de enkele aanstuurbare electroden in het bereik van nek, armen, voeten, benen, achterwerk, buik, borst en rug, is een merkbare controle van het spierstelsel tot 30% mogelijk.
Positief bijeffect: ik train mijn hele lichaam
In het gewone fitnesscentrum kan ik tijdens mijn training alleen maar bepaalde spiergroepen trainen – dat is bij EMS niet het geval! Ik kan zowel agonist en antagonist trainen, wat betekent: biceps en triceps tegelijk! EMS is derhalve zo effectief, omdat je op korte termijn motorische spiergroepen tegelijk en effectief traint.